Defenitie van Assistent instructeur
- een AI moet in staat zijn 'zelfstandig' te duiken.
- Moet in staat zijn duiken te leiden in alle wateren die courant bezocht worden door Belgische dui-kers.
- Hij moet in staat zijn beginnende of onervaren duikers te begeleiden en tevens onder de verantwoor-delijkheid van instructeurs bepaalde taken van deze laatste over te nemen.
- Hij moet alle veiligheidsmaatregelen kunnen treffen, alle duikongevallen kunnen herkennen en er gepast op kunnen reageren.
- Kan zelfstandig instaan voor de opleiding theorie en zwembad van 1*D.
- Kan zelfstandig opleidingsduiken 1*D uitvoeren.
Voorwaarden voor de opleiding tot diep duiker te starten
Om deel te nemen aan examens en proeven (theorie, OW-proeven en duikleidingen)
- 3* duiker zijn
- Minimum leeftijd: 18 jaar.
- Tenminste 6 maanden gehomologeerd 3*D zijn.
- Minimum 40 duiken gedaan hebben sedert het behalen van het brevet 3*D.
- Minimaal 60 duikuren hebben.
- In totaal minimum 120 duiken gedaan hebben, waarvan:
- 40 in de zone(30);
- 20 in de zone(40);
- 30 in de zone(30) in zee.
Voor homologatie
- Geen specifieke voorwaarden.
Theorie Assistent instructeur
Deze opleiding bestaat uit vier basismodules (Modules 1, 2, 3 en 4). Deze modules worden georganiseerd in samenwerking met de Vlaamse Trainerschool (VTS).
- Module 1 is steeds de eerste module van de opleiding tot Assistent-Instructeur / Initiator.
- Module 2 is de sporttechnische module. Het examen van Module 2 vormt het sluitstuk en bestaat uit een examen theorie en een praktijkexamen zwembad.
- Module 3 is de didactisch-methodische module (het specifiek gedeelte didactiek). Module 3 kan pas na Module 1 afgelegd worden maar moet succesvol afgerond zijn alvorens met Module 4 te mogen starten.
- Module 3 wordt samen met Module 1 georganiseerd.
- Module 4 is de stagemodule.
Deze modules hebben voor ons een onlogische volgorde, maar dit is om onze opleidingsgewoonten niet te verstoren en toch tegemoet te komen aan de vereisten van de Vlaamse Trainersschool (VTS).
Meer informatie over het de verschillende modeules zijn te vinden in de nelos infomap
Zwembadproef
Uitvoeringsmodaliteiten
- De proeven moeten in de voorgeschreven volgorde binnen de 35 min. uitgevoerd worden.
- Tussen de proeven wordt 1 minuut recuperatie gegeven.
- Een herkansing is enkel toegelaten bij een technisch defect.
Zonder fles
- 40 m in apneu.
- 60 seconden stilstaande apneu.
- 3 maal masker ledigen.
Met fles
- Ster met 6 duikers.
- 60 m met 3 duikers op één fles.
- 25 m in apneu.
- Uitrusting uit- en aandoen.
- 4 maal 25 m tussen 2 flessen.
Openwater proeven
- DL1 - duikleiding met een beginneling;
- DL2 - duikleiding met decompressieduik in de zone(40);
- DL3 - duikleiding vanaf een boot in zone(30) in zee.
- DL4 - Een duikleiding met afname duikleiding (DL4).
- D1 - 1.500 m vinzwemmen.
- D2 - Opstijgen van zone(40) aan 10 m/min + OSB.
- D3 - Redding van zone(15) tot 0 m + 150 m + slepen + CPR + O2.
- D4 - Zone(40): statische wisselademhaling + stijgen op 2e ademautomaat naar opp.
- D5 - Redding van zone(40) tot 15 m.
- D6 - Krachtredding van zone(40) tot 15 m.
Beperkingen in diepte
Duikleider
- Mag met iedereen duiken die minstens 3 duiken hebben
Het homologatiegeld voor het brevet van assistant instructeur bedraagt 25 euro